De verdamper

 

We gaan driemaal halt houden, met name aan het begin, in het midden en aan de uitgang van de verdamper. De rest van de tijd laten we ons voort drijven door de koelmiddelstroom, waarvan we de snelheid gaan meten.

Verontschuldig me, maar zou het geen goed idee zijn om hier te wachten tot de installatie stil valt, zodat we kunnen zien wat er tijdens het ontdooien gebeurt?

Briljant idee, maar we gaan dit doen in het midden van de verdamper om van hier binnen te observeren wat er tijdens de ontdekking, buiten de verdamper, gebeurt.

We bevinden ons volgens onze kaart nog steeds in het punt C. De toestand komt overeen met deze bij de uitgang van het ventiel; druk 3,55 bar, temperatuur -10 °C, 26 % damp.

Het koudemiddel heeft nog geen tijd gehad om warmte op te nemen, en is dus niet kunnen verder verdampen.

We laten ons tot in het midden van 18 meter lange verdamper drijven. We moeten dus een afstand van 9 meter afleggen.

Hoe groot is de snelheid bij de ingang van de verdamper?

Net 1,19 m/s, of ongeveer 4,3 km/h.

(4)

Je zal merken, dat, naarmate we verder in de verdamper doordringen, meer en meer van de kleine vloeistofdruppels in damp zullen overgaan.

Het is hetzelfde principe als bij het koken van water, waarvoor ook warmte toevoer nodig is.

En daardoor wordt de lucht in de omgeving van de verdamper gekoeld.

We zijn nu ongeveer in het midden van de verdamper aangekomen en gaan onze instrumenten klaar maken voor de metingen.

Het ziet er hier anders uit. De aantal druppels is fel verminderd. We hebben nu nog maar 40 % vloeistof en dus 60 % damp.

De druppels zijn nu viskeuzer omdat ze meer olie bevatten.

Een deel van de olie heeft zich afgezet tegen de wanden van de leiding, en je ziet dat hij langzaam in een golfbeweging, veroorzaakt door de dampsnelheid, verder stroomt.

Komt de olie daardoor terug in de compressor terecht?

Ja, maar het grootste gedeelte olie bevindt zich nog in de vloeistof die nog verder stroomt.

Hoe sterk is de stroming op dit moment?

2,66 m/s, of ongeveer 9,6 km/h.

Zie berekeningen (5)

Hoe kon de snelheid ten opzichte van daar even toenemen?

Zeer eenvoudig door het feit dat er nu meer damp aanwezig is. Als we alleen maar vloeistof hadden, dan was het soortelijk gewicht 0,867 l/kg. Nu hebben we echter 40 % vloeistof met 60 % damp. Deze mengeling heeft een specifiek volume van 40 l/kg. Het volumedebiet is dus sterk gestegen, waardoor de snelheid is toegenomen.

(6)

Gaat de snelheid zich nog verder verhogen?

Natuurlijk, aangezien de diameter van de leiding niet verandert en het volume steeds zal toenemen omdat er zich meer damp zal vormen.

Druk en temperatuur zijn nagenoeg hetzelfde gebleven. Ze zijn slecht weinig verminderd, overeenkomstig het drukverlies dat is opgetreden. Het effect is echter nauwelijks merkbaar.

We noteren op onze kaart dat we in het punt D zijn aangekomen.

Home Kaart Volgende hoofdstuk